Overslaan en naar de inhoud gaan
  • Naar een gecentraliseerde invordering?
    De programmawet van december 2017 voert een gecentraliseerde invordering in. Dat maakt het enerzijds makkelijker voor de belastingplichtige. Maar anderzijds wordt het voor de fiscus makkelijker om schuldvergelijking toe te passen.
  • Gewestelijke inkomenscompensatievergoedingen voor zelfstandigen en kmo’s fiscaal vrijgesteld
    De gewestelijke inkomenscompensatievergoedingen worden vrijgesteld van belasting. Inkomenscompensatievergoedingen worden toegekend door de gewesten aan ondernemingen of zelfstandigen die hinder ondervinden van openbare werken in hun straat. De vrijstelling geldt voor vergoedingen verkregen sinds 1 januari 2018.
  • Hervorming vennootschapsrecht: geen onderscheid meer tussen burgerlijke en handelsvennootschappen
    De hervorming van het Wetboek van vennootschappen van 7 mei 1999 draait rond vereenvoudiging, flexibilisering en aanpassing aan Europese evoluties. Over die ingrijpende hervorming is het laatste woord nog lang niet geschreven. Vandaag staan we stil bij de verdwijning van één van de basisprincipes uit ons vennootschapsrecht: het onderscheid tussen burgerlijke en handelsvennootschappen.
  • Kapitaalverminderingen in 2018
    Eén van de belangrijke elementen in de hervorming van de vennootschapsbelasting is de manier waarop kapitaalverminderingen worden aangerekend. Vroeger had de vennootschap hierin een vrije keuze. Voor kapitaalverminderingen vanaf 2018 werd deze keuzevrijheid afgeschaft. Vanaf nu wordt de vermindering pro rata aangerekend op het gestort kapitaal, en op de reserves van de vennootschap. Daardoor wordt een deel van de terugbetaling een uitkering van dividenden. En daardoor belastbaar.
  • Geïndexeerde loongrenzen voor arbeidsbedingen in 2018
    In verschillende bedingen in arbeidscontracten worden loonbedragen opgenomen. Die loonbedragen worden jaarlijks geïndexeerd. De loongrenzen zijn van belang voor de geldigheid van deze clausules. Sinds 1 januari 2018 zijn nieuwe loonbedragen van toepassing.
  • geld witwassen
    Nieuwe antiwitwaswet introduceert UBO-register
    De federale wetgever heeft de huidige antiwitwaswet van 11 januari 1993 vervangen. Een van de opmerkelijkste wijzigingen in de nieuwe wet is de oprichting van een register van uiteindelijk begunstigden bij de FOD Financiën. In dit Ultimate Beneficial Owner of UBO-register zullen alle Belgische vennootschappen en andere juridische entiteiten informatie over de finaal begunstigde eigenaar moeten registreren.
  • pension
    Aanvullend pensioen: Definitieve regeling Wijninckx-bijdrage weer uitgesteld
    Als u voor een werknemer stortingen doet voor de opbouw van een aanvullend pensioen, moet u in bepaalde gevallen een "Wijninckx-bijdrage" betalen. Die bijzondere bijdrage wordt in fasen uitgevoerd. In de definitieve fase geldt een andere berekeningsbasis. Deze fase zal pas op 1 januari 2019 van start gaan omdat de pensioeninstellingen en Sigedis nog altijd niet klaar zijn met de gegevensinzameling.
  • tablet
    Voordelen van alle aard pc, tablet en smartphone: nieuwe bedragen vanaf 2018
    Wie van zijn werkgever gratis een pc, laptop, tablet of smartphone krijgt, krijgt een voordeel van alle aard. Dat is uiteraard belastbaar. De waarde van dit voordeel wordt forfaitair vastgesteld. Vanaf 1 januari 2018 worden de forfaits aangepast om ze beter in overeenstemming te brengen met de werkelijke waarde van deze toestellen.
  • Autokosten vanaf 2018
    De aftrekbaarheid van autokosten wordt vanaf volgend jaar aangepakt. In twee fases worden er verschillende wijzigingen doorgevoerd. De eerste fase is al voor 2018, waarin het aftrekregime in de personenbelasting gelijkgesteld wordt met die in de vennootschapsbelasting. In de tweede fase (vanaf 2020) worden de regels grondig hervormd.
  • Nieuwe percentages nalatigheids- en moratoriuminteresten
    De wetgever heeft er eindelijk werk van gemaakt om moratorium- en nalatigheidsinteresten af te stemmen op de marktrente. Het tarief van 7 % zal dus verdwijnen. Voor nalatigheidsinteresten wordt het minimumtarief 4 %.